Het volgende artikel is geplaatst met toestemming/medeweten redactie van Prorun.
Door Yvonne Janssen
10 november 2020
“Your talent determines what you can do. Your motivation determines how much you are willing to do. Your attitude determines how well you do it.”
(Lou Holtz, American football coach)
Als je ervan uitgaat dat succes voor 40% bepaald wordt door talent en 60% door mentale kracht, dan ligt het voor de hand dat een goed trainingsprogramma niet alleen aandacht besteedt aan het trainen van alle fysieke aspecten, zoals beweeglijkheid, uithoudingsvermogen, coördinatie, kracht en snelheid, maar ook bestaat uit oefeningen om de mentale weerbaarheid van de atleet te verbeteren.
Mentale training is vanzelfsprekend bij de vier grootste sporten in Amerika, te weten basketbal, honkbal, ijshockey en American football. Ook in het bedrijfsleven is mentale training een essentieel onderdeel van talentontwikkeling. Hoe komt het dan dat er in de hardloopsport, net als in het voetbal, nog zo weinig aandacht aan mentale training wordt besteed? Waarom vormt het mentale aspect bijvoorbeeld nog geen vast onderdeel van de trainersopleidingen van de Atletiek Academie? Je wilt als atleet namelijk niet afhankelijk zijn van het feit of je trainer de toegevoegde waarde van dit essentiële trainingsaspect wel of niet inziet en zich hierin wel of niet heeft verdiept.
Hoe train je het mentale aspect en welke winst valt hiermee te behalen?
Als het doel niet scherp is, behaal je het ook zelden. Dit klinkt voor de hand liggend, maar vaak ontbreekt een helder trainingsdoel. Het formuleren van een realistisch, maar uitdagend doel voor de atleet, eventueel in overleg met de trainer, moet daarom altijd het uitgangspunt zijn. Daarbij is het van essentieel belang dat de atleet zelf achter zijn of haar trainingsdoel staat en dat hij of zij intrinsiek gemotiveerd is.
Waaruit bestaat mentale hardheid?
Een atleet die mentaal sterk is, heeft controle over zijn emoties, kan omgaan met (wedstrijd)druk, is volhardend, dus zet door kost wat kost, beschikt over een onuitputtelijke wens om te slagen, is in staat zijn om gefocust te blijven, zoekt zijn of haar eigen grenzen op en vraagt het uiterste van zichzelf, is in staat tot zelfreflectie, heeft vertrouwen in zichzelf, wil blijven leren en verbeteren, staat open voor feedback, heeft inzicht in zijn of haar eigen talent (en verbeterpunten) en, wellicht het allerbelangrijkst, heeft geen last van zijn of haar ego, maar staat in contact met zijn of haar pure ‘zelf’. Daarnaast is het erg belangrijk dat de atleet passie heeft voor en plezier heeft in zijn of haar sport en dat er sprake is van een goede en hechte samenwerking tussen de trainer en de atleet op basis van wederzijds vertrouwen, gelijkwaardigheid en respect.
Hoe beïnvloed je de mentale hardheid van een atleet?
Zoals Henry Ford al zei: “of je nu denkt dat je het kan, of niet, in beide gevallen heb je gelijk”. Vaak ligt aan gedrag een gedachte of overtuiging ten grondslag. Wil je dus het gedrag veranderen, dan zal je inzicht moeten kijken in de gedachtes en overtuigingen die daaraan ten grondslag liggen. Met andere woorden, wat gebeurt er in het hoofd van een atleet bij de training of in een wedstrijd? Wat zorgt ervoor dat hij of zij wint of verliest? Dat hij of zij zijn of haar doel haalt of mist? Als je hier antwoorden op hebt, kun je als trainer samen met de atleet mentale oefeningen doen om deze gedachteprocessen dusdanig te veranderen dat deze hem of haar niet meer belemmeren en hij of zij zijn of haar doel behaalt.
Alles is een keuze; je hebt niet altijd invloed op wat je overkomt, maar je bepaalt weldegelijk hoe je denkt en handelt, ook in een training of bij een hardloopwedstrijd. Dit besef opent de deur naar onbegrensde mogelijkheden, naar een groot gevoel van vrijheid, maar ook naar een grote verantwoordelijkheid voor hoe je handelt en hoe je naar dingen kijkt. En dus ook hoe succesvol je bent als atleet; hoe je traint en hoe je je wedstrijden indeelt.
Ikzelf ben gecertificeerd coach in de neurosemantiek. De neurosemantiek richt zich op de keuze die je hebt in het betekenis geven aan informatie als basis voor je gemoedstoestand en daarmee je gedrag. Het stelt je in staat de beste versie van jezelf te worden en om die keuzes te maken die bijdragen aan jouw geluk en succes. Deze vaardigheden kun je toepassen in de sport, maar zeker ook in de rest van je leven. Immers, succes in sport, werk en relaties hangt met elkaar samen. In mijn life coaching gebruik ik deze grafiek als uitgangspunt:
Ik geloof dat ongeacht leeftijd, achtergrond, sekse, status, nationaliteit, e.d. het vraagstuk dat mensen hebben altijd hetzelfde is: wat is mijn doel en hoe bereik ik dat? Niet de maatschappij, niet je familie of vrienden, maar wat wil JIJ? Voor iemand die echt wil, zijn de mogelijkheden eindeloos. En als je, eventueel samen met je trainer, je eigen sportieve doel hebt vastgesteld, dan kun je gaan bekijken wat je belemmert en wat je nodig hebt om je doel te bereiken. Welke gedachtes of overtuigingen houden je tegen? Wat wil je denken en geloven? Welke vaardigheden wil je graag ontwikkelen? Hoe ga je met tegenslagen om? Hoe leer je door te zetten, ook als iedereen sneller of beter lijkt te zijn en je wordt ingehaald? Hoe blijf je gefocust? Want als je het écht wil, dan zijn je motivatie, doorzettingsvermogen en mentale weerbaarheid onuitputtelijk en is succes, het bereiken van JOUW doel, het enige logische resultaat.
Mijn persoonlijke basisfilosofie is dat een mens een psychosomatische eenheid is van mentale, lichamelijke, sociale en spirituele aspecten. Om die reden pleit ik voor een trainingsaanpak die aandacht besteedt aan al deze aspecten. Een goede trainer besteedt naast het fysieke element, dus ook aandacht aan het mentale aspect, zodat je als atleet vaardigheden ontwikkelt, die je in staat stellen jouw sportieve doelen te bereiken. Deze vaardigheden zijn essentieel om succesvol te worden, in de sport, maar ook daarbuiten. En dat wil toch iedereen?