Het volgende artikel is geplaatst met toestemming/medeweten redactie van Prorun.
Foto: Janneke Poort
Toen ik een paar dagen geleden met een vriend ging hardlopen was er een opmerkelijk verschil tussen ons: de hardloopbroek.
Hij een korte, ik een lange.
Met beide varianten is niks mis, maar het zette me aan het denken.
Misschien had ik er extra reden toe omdat hij mij oppikte van het station waar ik net een kwartiertje in de kou had staan wachten. Het was een paar graden boven het vriespunt en er stond een soms wat venijnige wind te blazen. Dan is een korte broek niet heel erg aangenaam.
Toen we even later aan het rennen waren over dijken, langs rivieren, genietend van verre uitzichten – het was in en rond Zaltbommel in de Bommelewaard – sneden we het onderwerp nog eens kort aan: korte broek vs. lange broek.
Wat is slim?
Mijn maat vertelde over die keer, nog niet eens heel lang geleden, dat hij ook met een lange broek ging lopen. Het was avond, donker en het was vies weer. Dan komt het fenomeen korte broek niet als eerste bij je naar boven.
Totdat hij tijdens het lopen ontdekte dat het eigenlijk helemaal niet fijn was die lange broek. Het ding werd kletsnat door de regen en de wind blies dwars door de dunne stof heen.
Tja, daar heeft hij wel een punt, bedacht ik me toen we daar vol in de wind over een dijk liepen. Ik probeerde gelijk even te voelen wat ik zou moeten voelen. En inderdaad, die lange broek zorgde niet per se voor heel veel extra warmte op dat moment. Het is vooral lekker als je net buiten stapt, maar zodra je jezelf eenmaal warmgelopen hebt, maakt het niet heel veel uit of je een lange of korte broek aan trekt (onder Hollandse weersomstandigheden welteverstaan. Over hardlopen in Siberië heb ik het misschien later nog wel eens).
Plots dacht ik weer terug aan die ene wedstrijd die ik jaren geleden liep. Het was een halve marathon. Het vroor lichtjes, het voelde goed koud aan. Mijn kleding: een shirt met korte mouwen, een korte broek. Én handschoenen, die wel. Had ik het koud? Nee.
Wat ik zo langzamerhand wel kan concluderen is dat het menselijk lijf wel wat kou kan verdragen en niet per se dik ingepakt hoeft te gaan hardlopen, helemaal niet als het om je onderlijf gaat.
Voordat je nu in je blote nakie de deur uit rent: vingers, tenen en bovenlijf hebben doorgaans wel wat meer behoefte aan een afdeklaag(je).
Om te testen of ik het er echt niet koud door krijg loop (hardlopen hè, niet tijdens m’n wandelpauzes) ik de rest van de maand december in korte broek, ongeacht de omstandigheden. Ik daag je uit. Ben je een langebroekenloper? Durf je dan mee te doen? Deel me jouw verhaal bij dit bericht of stuur me een e-mail: gerben@marathonbaas.nl.
Gerben Solleveld is fan van hardlopen en hij heeft er een mening over. Hij liep 2:38 op de marathon, maar zijn benen gaan nu liever van het asfalt af. Gerben ontdekte ook dat hij een ‘moderne hardloper’ is en die verdienen een andere aanpak. Op zijn website vind je meer over zijn werk als coach en je leest er meer eigenzinnige verhalen.